dinsdag, juli 31, 2007

Vakantie (3): Cotopaxi - Banos - Chimborazo - Riobamba

Zaterdag 14 juli overnachtten we aan de voet van de Cotopaxi (in Latacunga) in een aardig appartement in een verbouwde hacienda (met eigen open haard!). De dag daarna gingen we naar een locale markt, waar wij erg opvielen en de locale bezoekers net zo hun ogen uitkeken als wij. Op deze markt maakten we kennis met twee Ecuadoriaanse lekkernijen: varken (alle delen ervan, dus ook de kop) en cuy, of te wel marmotten.
Na ons bezoek aan de markt reden we via de Pan-American Highway verder naar het zuiden, naar Baños.

Baños ligt aan de voet van de vulkaan Tungurahua, die zeven maanden geleden nog tot uitbarsting is gekomen. Als gevolg daarvan liep er veel lava uit de vulkaankrater en werd de Pan-American Highway op korte afstand van elkaar op drie plaatsen overstroomd. Op het moment dat wij hier voorbij wilden rijden, waren de wegwerkzaamheden hieraan nog in volle gang. Door deze wegwerkzaamheden en het grote aantal mensen op de weg, was een enorme file ontstaan.

Bij het eerste passagepunt werd iedereen (om onverklaarbare redenen) tegengehouden door een van de vele politietroepen die Ecuador rijk is. Nadat onze chauffeur met wat mensen om ons heen gekletst had, sprong hij ineens weer in de auto en reed snel achter een andere auto aan. In deze auto bleek de directeur van een cooroperatie in de buurt van Banos te zitten die met iemand van de politie in Banos gebeld had en een vrijgeleide had geregeld om door te rijden. Nadat deze man via de telefoon de politieman die ons tegenhield had gesproken, mochten zowel hij als wij doorrijden en bereikten we na nog wat oponthoud uiteindelijk Banos. Banos is een aardig stadje met een prettig klimaat dat voornamelijk van het toerisme leeft. Het hotel was minder goed, maar lag wel op loopafstand van het centrum.

In de omgeving van Baños wordt veel suikerriet verbouwd. Overal stonden kraampjes die het frisse sap van suikerriet of hele stengels verkopen. Een andere specialiteit is een soort toffee, de ‘alferiques’. Bij veel winkels hangt bij de deur een haak, waaraan een klont pasta van suikerriet wordt gehangen. Door de pasta steeds te rekken ontstaat een harde substantie die in plakken verkocht wordt. Het zag er aardig uit, maar we durfden het niet te kopen en te eten.

Maandag 16 juli begon wat minder goed omdat we sinds 3 uur 's nachts geen water hadden. Dat betekende dus tandenpoetsen met de fles water op de kamer en ongedoucht de auto in, richting Puyo. Puyo is bekend om zijn houtsnijwerk en ligt aan de rand van de jungle, waardoor je in het dorp zelf veel mensen op kaplaarzen en met mancheta's ziet lopen. Gezien ons reisschema was het helaas niet mogelijk om de jungle in te gaan. In plaats daarvan zijn we naar het ecopark gegaan, wat op een mini-jungle leek.

Op de terugweg naar Banos zijn we nog naar de waterval bij de Paillon de Diablo gegaan, die zo heet omdat hij zo 'verduveld hard' stroomt. Na een overtocht met de Tarrabila Cable Car over een ravijn, reden we weer terug naar Banos. Deze weg leidde voor veel onverlichte tunnels, die regelmatig blank stonden vanweg te water van riviertjes of watervalletjes in de buurt die door het dak van de tunnel op het wegdek stroomden.

Dinsdag 17 juli reden we via de Vuelta (de omloop) van de Chimborazo naar Riobamba. De Chiborazo is met zijn 6310 meter de hoogste berg van Ecuador. In tegenstelling tot de Cotopaxi is deze vulkaan niet meer actief. Onderweg kwamen we lama's en vicuñas tegen. Deze laatste is het kleinere en slankere neefje van de lama en leeft alleen op grote hoogten in het Andesgebergte.

Riobamba ligt op 2.755 meter hoogte en staat ook wel bekend als ‘La Sultana de los Andes’ (de Sultan van de Andes). Als het helder is, kun je de omringende vulkanen de Chimborazo, de Tungurahua, de Altar en de Carihuayrazo zien liggen. Helaas was het bij ons wat bewolkter. Riobambo wordt door toeristen voornamelijk bezocht vanwege haar treinstation. Hier start de beroemde treinreis naar de ‘Nariz del Diablo’, de Duivelsneus.